P r a k t ij k v o o r b e e l d e n
 
ZEEUWS SLAVERNIJVERLEDEN

Titel van het project/product: Jaar van het Zeeuwse slavernijverleden
Naam samenwerkingsverband: projectgroep Zeeuws slavernijverleden
Provincie: Zeeland
Website: www.zeeuwsslavernijverleden.nl
Citaat: ‘Ik ben onzichtbaar moet u weten, omdat de mensen mij niet willen zien.’ (Eddy Campbell, voorzitter NiNsee, citeert Ralph Ellison’s Onzichtbare man.)

Algemene informatie
Doelstelling: Het project wil slavernij een volwaardige plaats in de geschiedenis van Zeeland geven

Samenwerkingspartners: Het Jaar van het Zeeuwse slavernijverleden wordt uitgevoerd door een projectgroep waarin samenwerken: Bureau Beeldende Kunst Vlissingen; COS Zeeland; Roosevelt Studiecentrum; Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ ); Scoop; Stichting Monument Middelburg; Stichting Surant; Stichting Surantar; Uit in Vlissingen; Werkgroep Historie en Archeologie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen; Zeeuws Archief; Zeeuwse Bibliotheek; Zeeuws Maritiem MuZEEum.
De coördinatie en de externe communicatie zijn in handen van de SCEZ.

Contactpersonen: Roelof Koops, voorzitter projectgroep en directeur Zeeuws Archief, E r.koops@zeeuwsarchief.nl, T 0118-678804 en Evie Malawauw, namens Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland in het kader van Jaar van het Zeeuwse Slavernijverleden, E info@zeeuwsslavernijverleden T 0118-670600

Financiering: Het activiteitenprogramma van het Jaar van het Zeeuwse slavernijverleden wordt, behalve door de samenwerkende partners, financieel ondersteund door de provincie Zeeland, de gemeente Middelburg en de Mondriaan Stichting te Amsterdam.

Omschrijving van een tweetal al ontwikkelde (deel) projecten/producten

1) Tentoonstelling “Geboeid door het slavernijverlden”
Uitvoerende instelling: Zeeuws Archief, E www.zeeuwsarchief.nl
Locatie: De tentoonstelling is te zien in het Zeeuws Archief, van 3 juli 2004 tot 8 januari 2005. Een in samenhang met de tentoonstelling vervaardigde speurtocht voert langs een aantal plaatsen en gebouwen in Middelburg.
Periode: 3 juli 2004 – 8 januari 2005.
Gebruikte media: Een tentoonstelling van archiefstukken, museale voorwerpen en beeld en geluid. Aan de tentoonstelling is ook een in druk uitgegeven speurtocht door de stad gekoppeld.
Doelstelling:. Het Zeeuws Archief zag in het Jaar van de Slavernij een unieke kans om het archief van de Middelburgschse Commercie Compagnie onder de aandacht van het grote publiek te brengen.
Doelgroep: De tentoonstelling is gemaakt voor een algemeen publiek; de speurtocht richt zich op schoolgaande kinderen.

Gekozen methodiek: De speurtocht ‘Geboeid door het Zeeuws Slavernijverleden’, die een educatief karakter heeft, past een narratieve benadering toe. Ook wordt basiskennis getoetst met behulp van kwantitatieve vragen. De speurtocht heeft vanwege de actieve benadering ook een experimenteel karakter. De tentoonstelling in het Zeeuws Archief is vooral narratief van aanpak.
Aangesproken vaardigheden: Vooral sociale en psychologische, maar ook ruimtelijke, motorische, logisch-mathematische en taalkundige (vooral bij gebruik van het computerprogramma).
Aangesproken zintuigen: In de tentoonstelling zijn dat het gezichtsvermogen en ook het gehoor. De speurtocht spreekt alle zintuigen aan.
Gebruik van kunstobjecten: De tentoonstelling bevat onder andere tekeningen, handschriften, gebruiksvoorwerpen en een Afrikaans beeldje.
Andere vormen van kunst: Er zijn ook schilderijen opgenomen in de narratieve tentoonstelling.
Soorten erfgoed: Vooral archiefstukken.
2) Website
Uitvoerende partner: stichting cultureel erfgoed Zeeland (SCEZ)
Doelstelling: communicatie over het jaar van het Zeeuwse slavernijverleden. Tevens bevat de website educatieve pagina’s voor het onderwijs en anderen onder het thema “geboeid door het slavernijverleden”.

Voorgeschiedenis en inbedding:
In 1999 is het Landelijk Platform Slavernijverleden opgericht. Dit leidde tot de oprichting van een nationaal slavernijmonument en een kenniscentrum: het NiNsee. UNESCO heeft 2004 uitgeroepen tot Jaar van de Slavernij. Zeeland heeft een grote rol gespeeld in het slavernijverleden, maar dat wordt in de geschiedenisboeken nauwelijks genoemd. Daarom wil de projectgroep Zeeuws Slavernijverleden dit zwijgen doorbreken met activiteiten variërend van drama, tentoonstellingen, muziek tot een eigen monument.

Vervolg van het project: Het project zal in zijn geheel zeker een vervolg krijgen in Zeeland. De geschiedenis van het slavernijverleden zal uiteindelijk een onderdeel gaan vormen van de Zeeuwse geschiedenis. Men wil het thema bovendien koppelen aan de actualiteit: wat is vrijheid, hoe vanzelfsprekend is vrijheid?
Verloop van het participatieproces: Het project werkt samen met migrantenorganisaties. De visie van nazaten van het slavernijverleden wordt vrijwel letterlijk overgenomen binnen de subprojecten.

Vernieuwende aspecten van het project: Dit is een van de weinige Nederlandse projecten dat door de hele provincie gedragen wordt. De kracht van het project is de diversiteit aan activiteiten, waardoor de hele provincie geleidelijk van het belang van het slavernijverleden wordt doordrongen. Het effect van een steen in de vijver. Dat het project zo breed gedragen wordt, ook in de verschillende vormen van erfgoed, is nieuw, net als de creatieve vorm van de diverse subprojecten.

Publieksdoelgroep: Algemeen, breed en gevarieerd
Omschrijving deelnemersdoelgroep: Algemeen en schoolgaande jeugd. De deelnemers van het project zijn de bezoekers van de tentoonstelling ‘Geboeid door het Zeeuwse slavernijverleden’ en de bezoekers van de gelijknamige speurtocht. Culturele achtergrond doelgroep: Divers, maar dat was geen doelstelling. Men wilde vooral jonge Zeeuwen bereiken.
Culturele achtergrond van de uiteindelijke deelnemers: Idem.
Leeftijdscategorie: Die is van de tentoonstelling nog onbekend, aan de speurtocht namen jongeren deel uit de bovenbouw van het basisonderwijs en uit de onderbouw van het voortgezet onderwijs, maar ook volwassenen.
Sociale achterstelling: Is niet bepaald sprake van.
Behorend tot een etnische/culturele minderheid: Dit geldt voor de bezoekers nauwelijks. De deelnemers in het overleg hadden een zekere representatie van diverse voorouderlijke geschiedenissen.

Behoeften en leervraag van de deelnemers: In 1999 is het Landelijk Platform Slavernijverleden opgericht, dat uiteindelijk resulteerde in de oprichting van een nationaal slavernijmonument en een kenniscentrum voor de slavernijgeschiedenis, het NinNsee. In het Landelijk Platform hebben zowel ‘witten’ als ‘zwarten’ zitting. Uitgangspunt van het project is de erkenning van het onlosmakelijke verband tussen de ‘witte’ en de ‘zwarte’ geschiedenis.

Aantal betrokken instellingen/ organisaties binnen de projectgroep
- Bureau Beeldende Kunst Vlissingen; COS Zeeland; Roosevelt Studiecentrum; Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ ); Scoop; Stichting Monument Middelburg; Stichting Surant; Stichting Surantar; Uit in Vlissingen; Werkgroep Historie en Archeologie van het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen; Zeeuws Archief; Zeeuwse Bibliotheek; Zeeuws Maritiem MuZEEum.
- De coördinatie en de externe communicatie is in handen van de SCEZ. Studenten van de Hogeschool Zeeland en de PABO Vlissingen hebben lesmateriaal ontwikkeld dat gebruik is voor de speurtocht en de educatieve pagina’s op de website
- Bezoekers en indirecte deelnemers: De tentoonstelling en de speurtocht zijn tot nog toe goed bezocht, tevens wordt er vanaf de website www.zeeuwsslavernijverleden.nl regelmatig lesmateriaal gedownload.
- Staf: Als centrale contactpersonen: Roelof Koops, directeur van het Zeeuws Archief (voorzitter projectgroep) en Evie Malawauw van het SCEZ.
- Verder: Historisch onderzoek voor de tentoonstelling (collectie en verhaal) en voor de speurtocht (monumenten en omgeving).

Continuïteit van het project
Het project is in november 2004 nog volop gaande. In juli 2005 zal er een monument onthuld worden dat het Zeeuwse Slavernijverleden herdenkt en waarmee het project ook symbolisch wordt voortgezet. Voorts zullen er in de loop van 2004 en 2005 een aantal andere (deel) projecten volgen waaronder discussiebijeenkomsten, lezingen, een literaire tocht langs Zeeuwse scholen met een Antilliaanse en Surinaamse schrijver, het scholenproject ‘Anasitori’ met verhalen over de slimme spin Anansi en een ontdekproject voor scholen met voorwerpen uit de tijd van de slavenhandel. In juni 2005 vindt een driedaags internationaal congres plaats onder de titel ‘Slavery from within’, waarbij slavernij vanuit het perspectief van de ‘tot slaaf gemaakten’ benaderd zal worden. De geschiedenis van het slavernijverleden zal zo uiteindelijk een onderdeel gaan vormen van de Zeeuwse geschiedenis.

Resultaten lange termijn
- Samenwerking tussen organisaties: de projectgroep Zeeuws Slavernijverleden zal blijven bestaan. De samenwerking tussen diverse organisaties waaronder migrantenorganisaties in werkgroepvorm is inspirerend voor de toekomst.
- Samenwerking tussen doelgroepen en organisaties: De groep die zich beschouwt als nazaten van ‘tot slaaf gemaakten’ is door dit project eindelijk op de voorgrond getreden. Deze samenwerking zal zich voortzetten na lezingen en discussiebijeenkomsten.

Omschrijving interculturele aspecten
Een nieuwe blik op het verleden, namelijk de slavernijgeschiedenis, zowel bezien vanuit het ‘witte’ als het ‘zwarte’ perspectief. Daarbij het inzicht dat die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Het project is in eerste instantie dus inhoudelijk intercultureel. Bovendien speelt er een intercultureel proces door de diversiteit van betrokken personen en (migranten)organisaties.

Effect
- Evaluatie: Aangezien het project nog loopt en bepaalde aspecten zelfs nog worden ontwikkeld, is er nog geen evaluatie beschikbaar.
- Aanpasbaarheid: Wat betreft de organisatie op provinciaal niveau is dit project een goed voorbeeld. Een dergelijke opzet is in elke provincie toe te passen. Misschien komt er in de toekomst nog een beknopte organisatorische handleiding

Praktische en paradoxale valkuilen (‘lessons learnt’)
Gêne over het slavernijverleden komt voort uit een zekere zelfgenoegzaamheid en dat leidt weer tot een stille ontkenning. Die gêne is een verborgen claim op morele superioriteit en streelt het eigen ego. In plaats daarvan moet men het slavernijverleden erkennen als een gemeenschappelijke historische ervaring, als een gedeeld verleden. Dat doet meer recht aan de gevoelens van de nazaten van de tot slaaf gemaakten. Erkenning opent de deur naar gemeenschappelijke verwerking en het overstijgen van de pijn uit dat verleden. De pijn die is opgeslagen in ons collectieve geheugen en ervaren wordt als een groot onrecht. Het slavernijverleden mag niet in de doofpot. Men moet blijven zoeken naar nog niet vertrouwde historische perspectieven. Hiervoor moeten behalve de ogen ook de oren open blijven voor nieuwe geluiden van groepen die te lang onzichtbaar waren.
Zie verder de lezing van E. Campbell op www.slavernijverleden.nl.

> download pdf 'Zeeuws slavernijverleden'

> zie overzicht voorbeelden

> back