|
|
|
|
|
P r a k t ij k v o o r b e e l d e n |
|
WERELDVERHALEN
Titel van het project: Wereldverhalen, tien culturen over
natuur
Naam erfgoedinstelling: Natuurmuseum Groningen
Plaats: Groningen
Provincie: Groningen
Website: www.natuurmuseum.org
Algemene informatie :
Soort erfgoedinstelling: museum
Contactpersoon: Eltine de Young-Peterse, hoofd publiek en
educatie Natuurmuseum Groningen, T. 050-3676170, E. e.de.young@natuurmuseum.groningen.nl
Samenwerkingspartners: Het Reitdiepcollege (Els Zaalberg) en ROC het Alfacollege
(Anneke Bronsema). Een selectie leerlingen van deze betrokken onderwijsinstellingen
waren de deelnemers. Het project kwam tot stand naar voorbeeld van het
project in het Gemeentemuseum Den Haag, waarmee inhoudelijk overleg is
gevoerd. Ook Vereniging Humanitas Groningen was betrokken bij het inhoudelijke
overleg.
Omschrijving van het project/product
Locatie: De tentoonstelling vond plaats in het Natuurmuseum.
Periode: 12/01/2000 – 6/05/2002
Gebruikte media: Workshops en een tentoonstelling
en catalogus.
Doelstellingen :
1) Het museum op een nieuwe manier naar de collectie laten kijken en het
onderwerp natuur op een nieuwe manier belichten;
2) Het bereiken van een breed publiek;
3) Het bereiken van een allochtoon publiek;
4) Meer bezoekers in de leeftijdscategorie 12-18 jaar ontvangen;
5) De samenwerking met scholen van het voortgezet onderwijs versterken.
Doelgroep: Jongeren ‘met een dubbele culturele
bagage’ uit de omgeving, in de leeftijd van 12 tot
18 jaar.
Gekozen methodiek: Essentieel in het eindproduct
was het narratieve aspect. De deelnemers vertelden hun eigen
verhaal aan de hand van museumobjecten. De verwerking van
die verhalen had een sterk experimenteel karakter door de
workshops waarin ze eigen kunstwerken, foto’s en video’s
maakten.
Aangesproken vaardigheden: Bij het vertellen en schrijven
van verhalen werden sociale en psychologische vaardigheden aangesproken,
terwijl de deelnemers tijdens het maken van de kunstwerken ook
motorisch gestimuleerd werden.
Aangesproken zintuigen: Goed kijken naar de objecten
speelde een rol, en het lezen van de teksten, maar ook het tastorgaan,
ofschoon de tentoonstelling zelf redelijk passief was.
Gebruik van kunstobjecten: Objecten uit de collectie
van het museum.
Andere vormen van kunst: De deelnemende jongeren hebben
zelf ook een kunstwerk - ‘collectiewerkstuk’ - bij
hun verhaal gemaakt.
Soorten erfgoed: Landschap en kunstobjecten.
Vooraf: Er is overleg gevoerd met de betrokken partijen: het Reitdiepcollege
en het Alfacollege en Vereniging Humanitas en Haags Gemeentemuseum.
Vervolg van het project: De wens bestaat om de tentoonstelling
voort te zetten, maar dat wordt gehinderd door organisatorisch
oponthoud.
Verloop van het participatieproces: Er was sprake van
een intensieve samenwerking met de onderwijsinstellingen waar
de deelnemers vandaan kwamen.
Vernieuwende aspecten van het project: Jongeren hebben
op een vernieuwende wijze met de collectie gewerkt; het museum
heeft op een andere manier naar zijn collectie leren kijken en
het publiek kreeg een nieuwe interpretatie van de collectie gepresenteerd.
Publieksdoelgroep: Algemeen, met de nadruk op de allochtone bezoekers
en verder culturele instellingen, leeftijdsgenoten (12-18 jaar) en leerlingen
in het basis- en voortgezet onderwijs in het kader van educatieve activiteiten.
Omschrijving van de deelnemersdoelgroep
Culturele achtergrond van de doelgroep: Divers,
merendeels vluchtelingen.
Culturele achtergrond van de uiteindelijke deelnemers: De
deelnemers waren afkomstig uit: Angola, Slowakije, Rwanda, Soedan,
Turkije, Indonesië, Zaïre, Australië, Oeganda,
Afghanistan. Ze zaten op school. De meesten verbleven in een
nabijgelegen asielzoekerscentrum.
Man/vrouw verhouding: Vier meisjes en zeven jongens.
Leeftijdscategorie: 15-18 jaar.
Economische achterstelling: De jongeren uit het vluchtelingenkamp
waren economisch relatief achtergesteld.
Sociale achterstelling: Een asielzoekerstatus brengt
vanzelf sociale achterstelling met zich mee.
Behorend tot een etnische/culturele minderheid: Dit
gold voor alle deelnemers.
Behoeften en leervraag van de deelnemers: Zij
waren betrokken bij de invulling van het eindproduct, maar het
projectconcept lag al vast.
Aantal deelnemers en betrokkenen : |
- |
Directe deelnemers: Elf leerlingen. |
- |
Bezoekers en indirecte deelnemers: De tentoonstelling
is van 12 januari 2001 tot 12 augustus 2001 door 16.580 mensen bezocht.
In totaal kwamen 495 jongeren in schoolverband naar het museum. Dit
waren groepen van het reguliere voortgezet onderwijs (195 leerlingen),
groepen asielzoekers (125 leerlingen) en leerlingen van de PABO (175
studenten, in het kader van NT2. |
- |
Verder: In 2001 zijn 107 exemplaren van de
catalogus verkocht. De website van het museum toonde de objecten en
de verhalen van de tentoonstelling. In 2001 werd de site gemiddeld
1200 keer per maand bezocht. |
Continuïteit van het project :
Nog onduidelijk.
Resultaten op lange termijn :
Samenwerking tussen organisaties: Tijdens de voorbereiding en
uitvoering van het hele project zijn goede contacten ontstaan tussen het
natuurmuseum, de scholen en verschillende maatschappelijke organisaties
die met deze allochtone doelgroepen te maken hebben. Hierdoor, en door
de opgedane ervaringen, kan een volgend project soepel van start gaan.
Door dit project krijgt het Natuurmuseum Groningen meer bekendheid bij
scholen voor het voortgezet onderwijs. Scholen weten het natuurmuseum te
vinden voor toekomstige bezoeken en projecten.
Omschrijving van de interculturele aspecten
:
Door jongeren die niet in Nederland zijn geboren naar
de collectie van het Natuurmuseum, en dus naar de Nederlandse
natuur, te laten kijken, wordt er een nieuwe blik geopend.
Wat betreft dit interculturele aspect is het Natuurmuseum echter
wel wat statisch; men gaat heel erg uit van vastliggende, verschillende
culturen.
Effect |
- |
Evaluatie: In 2001 is een evaluatie
van het project intern gepubliceerd. |
- |
Individuele evaluatie: Na evaluatie
met de deelnemende jongeren bleek dat zij het als positief en stimulerend
hebben ervaren dat hun verhalen serieus werden getoond aan een publiek
en zijn gepubliceerd in een catalogus. Met de bezoekende jongeren is
niet officieel geëvalueerd over hun ervaringen tijden het programma.
Na afloop werd mondeling naar hun bezoekerservaringen gevraagd. |
- |
Aanpasbaarheid: Het is goed voorstelbaar dat
dit project op andere musea van toepassing is, aangezien het Natuurmuseum
zich hier heeft laten inspireren door een soortgelijk jaarlijks project
van het Haags Gemeentemuseum.
Lange termijnverbanden tussen groepen of organisaties: Het museum en de
twee betrokken scholen zullen elkaar in de toekomst weten te vinden. |
- |
Staf: vier personen. |
Praktische en paradoxale valkuilen (‘lessons
learnt’)
Uit de evaluatie van het Reitdiepcollege, waarmee het museum samenwerkte,
bleek dat er bij de leerlingen een onverwacht grote behoefte bestaat aan
dergelijke thema’s. De school bood vrijstellingen aan, maar de leerlingen
kozen ervoor om dit project naast andere projecten uit te voeren. |
|
> download
pdf 'Wereldverhalen'
> zie overzicht voorbeelden
> back |
|
|
|
|