Afrikaanse tradities zijn van generatie op generatie doorgegeven. Slaven hadden niets bij zich, behalve hun kennis en gebruiken. In de tentoonstelling is over de Afrikaanse cultuur die meegenomen is naar Suriname op Curacao een film te zien.

De jonge Equiano, die als kind uit Afrika werd weggevoerd, herinnert zich het volgende uit zijn jeugd. Zijn verhaal is niet in de tentoonstelling, daarom kun je het hier op de website lezen.

'Ik was de favoriet van mijn moeder'
'Er tin-tin’ ... begint verteller
Sigri-tin-tin, zegt publiek.

'Mijn grootvader heeft me alles verteld over onze familie. Ik zal dat nu aan jullie doorvertellen. 'Ik ben geboren in het koninkrijk Benin.  In het jaar 1745, in een mooi gebied genaamd. Van hier naar de hoofdstad van Benin of de kust was echt ver. Ik had nog nooit van witte mensen of van de zee gehoord. Onze eigen chiefs of ouderen waren het enige gezag dat ik kende. Mijn vader was een van de ouderen in ons dorp. Wat zich bij ons afspeelde moet niet zo verschillend zijn van de rest van het land. Mijn vader was een Embrenche. De Embrenche kregen een teken op hun voorhoofd – mijn broer had het ook en ik zou het ook krijgen.

Embrenche of de chiefs, de mannen zaten altijd bij elkaar om te beslissen over verschillen van mening en om misdaden te bestraffen. Eens kwam een man voor de oudsten omdat hij een jongen had gekidnapt. Zijn straf was dat hij een nieuwe slaaf en slavin moest leveren.

Thuis werd veel gedanst, muziek gemaakt en gezongen. Op vele gelegenheden, zoals terugkeer na een strijd, hadden we grote feesten, waar speciaal voor de gelegenheid geschreven gedichten werden gezongen.

Onze kleding was vrij simpel. We sloegen meestal een blauw geverfde doek om ons heen. Blauw is onze favoriete kleur. Onze natuur was weelderig en leverde bijna alles wat we nodig hadden. Nijvere handwerkslui waren er ook, vooral om doeken te weven, aarden potten te bakken en wapens te maken, vooral voor eigen gebruik. We hadden weinig handel en dus ook geen geld; ik herinner me alleen wat muntjes die er als een ankertje uitzagen. Ik ben vaak met mijn moeder op een markt geweest, waar wij ons geurhout en zout ruilden voor wapens, hoeden, kralen en gedroogde vis. Dat was een enorme zeldzaamheid, wand wij hadden alleen kleine meertjes en bronnen in de buurt. Op de markt kwamen Oye Eboe, mahagonny (rood-bruin)kleurige mannen uit het zuidwesten, die ook altijd slaven bij zich hadden. Soms verkochten wij hun enkele van onze slaven.
...Ons land is ongewoon rijk en vruchtbaar en produceert allerlei soorten groenten in overvloed. We hebben veel mais, enorme hoeveelheden katoen en tabak. De ananassen groeiden vanzelf, zoet en heerlijk van geur. We hebben allerlei kruiden, pepers en veel verschillende vruchten.

Mijn vader had veel slaven en een grote familie. Zeven nakomelingen bleven in leven, mezelf en mijn zuster – de enige dochter- meegerekend. Ik was de jongste zoon en de favoriet van mijn moeder. Ik was altijd bij haar. Zij spande zich echt in om mij te vormen. Vanaf jong werd ik geoefend in de kunst van de landbouw en van de krijgskunst. Dagelijks oefende ik schieten en javelins gooien. Mijn moeder toonde me de manieren van onze grootste helden. Zo groeide ik op tot mijn elfde, toen aan mijn geluk een eind kwam.

Op een dag waren mijn ouders en de andere volwassenen op het veld aan het werk, toen kidnappers mij en mijn zus ontvoerden. Op deze manier worden families uit elkaar gerukt, zonder elkaar ooit weer te zien. De volgende dag werden mijn zuster en ik gescheiden. Zij werd van mij afgerukt en onmiddellijk weggedragen terwijl ik achtergelaten werd. Ik huilde en jammerde voortdurend en gedurende een aantal dagen at ik niets behalve wat zij mij in mijn mond propten.


Vele dagen later in een stad genaamd Tinmah, zag en proefde ik voor het eerst kokosnoten en suikerriet. Hun geld bestond uit kleine witte schelpen zo groot als de nagel van een vinger. Hier werd ik voor 172 van de schelpen verkocht door een koopman die daar woonde.' Ik kan niet denken aan het verdriet van mijn moeder en mijn zus.

Alles dat ik van Afrika heb meegenomen, zit in de verhalen in mijn hoofd die ik jullie vertel en de tradities die we bij ons dragen.